- Voorwoord
- Strafrecht
- Jeugdstrafrecht
- Slachtofferzaken
- Sociaal zekerheidsrecht
- Huur- en arbeidsrecht
- Mediation
- Personen- en familierecht
- Echtscheidingszaken via Uitelkaar.nl
- Asiel- en vreemdelingenrecht
- Herstelregeling kinderopvangtoeslag
- Gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire
- Onmisbare hulphond
- Advocaat-stagiaire in de sociaal advocatuur
- Tolk/vertaler
- Bewindvoeren in de Wsnp
- Regeling adviestoevoeging zelfredzaamheid
- Mensgericht werken en transitie
- Terugblik Gerard Schouw
- Jaarverslag Raad van Advies 2023
- De Stand van de uitvoering 2023
- Cijfers, balans en rekening van baten en lasten 2023
- Kerncijfers Wrb 2023
- Kerncijfers Wsnp 2023
- Kerncijfers Wbtv 2023
Gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire
“Vroeger woonde ik in het mooiste huis van Amsterdam-Zuidoost”, vertelt een gedupeerde van de toeslagenaffaire. “Door de toeslagenaffaire kwam ik zonder woonruimte te zitten en daardoor werd ook mijn kind uit huis geplaatst.” Gelukkig heeft ze na lange tijd haar dochter weer bij haar thuis. Maar het blijft moeilijk. “Het duurde een poos voordat ze weer naar me wilde luisteren, accepteerde dat ík haar moeder ben. Want waar was ik al die jaren?”
Else Weijsenfeld is haar advocate. Else is sinds 2005 advocate en ondersteunt in haar werk gedupeerden van de toeslagenaffaire en behandelt ook zaken op het gebied van wonen en opvang. “Deze zaak zit op het kruispunt van mijn expertises en kwam daardoor op mijn pad. Tegen een achtergrond van steeds groter wordende problematiek draaide mijn cliënte rond in een vicieuze cirkel. Ze kwam ernstig klem te zitten tussen instanties die langs elkaar heen werkten en hard optraden. Mijn cliënte dreigde hierdoor steeds opnieuw haar woonruimte kwijt te raken. De kans om haar leven weer in eigen hand te nemen werd haar hierdoor ontnomen.”
Van grote schok naar grote schulden
“Mijn dochter is inmiddels alweer meer dan een jaar thuis. Maar er is veel gebeurd in de jaren dat ze niet bij me was. Te veel. Ze werd als jong kind bij me weggehaald, omdat ik dakloos was, en keerde bij me terug als puber. Dat was niet makkelijk.”
Gevraagd naar wat er precies is gebeurd, vertelt ze: “Ik woonde met mijn dochter van zeven in een nieuwbouwappartement in Amsterdam-Zuidoost. De ellende begon met een brief van de Belastingdienst waarin stond dat ik moest terugbetalen. Ik schrok; een enorm bedrag! Dat kon ik onmogelijk terugbetalen. En waarom? Omdat ik onterecht toeslagen zou hebben ontvangen? Ik was me van geen kwaad bewust. Toen ik wilde pinnen, kon ik plots geen geld meer opnemen. Er stond geen geld meer op mijn rekening.”
Zij kon op dat moment niet werken vanwege een hersentumor en volgde een opleiding vanuit haar bijstandsuitkering. Doordat zij geen kinderopvangtoeslag meer kreeg, moest ze hiermee stoppen. Met haar lage inkomen, en het grote bedrag wat ze moest terugbetalen, liepen de schulden voor onder meer huur en ziektekosten snel op.
Vechten achter de schermen
Als gevolg daarvan vulde ze noodgedwongen het ene financiële gat met het andere. “Toen ik door de oplopende huurschulden ook nog mijn huis kwijtraakte, was ik ten einde raad. De ellende was compleet toen Jeugdzorg bij mij aanklopte en mijn dochter uit huis werd geplaatst omdat ik dakloos was.”
Advocate Else Weijsenfeld valt haar bij: “Het was een uiterst moeilijke tijd voor haar. Ze ging van hot naar her, van de ene logeerplek naar de andere. Geen bestaanszekerheid en geen basis. Haar dochter bleef onder toezicht van Jeugdzorg en verbleef bij een pleegmoeder. Toen zij een nieuwe voogd kreeg, werd zelfs alle contact verboden. Mijn cliënte werd behandeld als een moeder die niet voor haar kind kon zorgen, terwijl zij in de knel kwam door betalingsproblemen.”
Erkenning
Even leek ze weer een vaste plek te hebben als door het overlijden van een tante haar kleine huurwoning ter beschikking komt. De woningbouwvereniging liet zich er van overtuigen dat ze voor korte tijd in de woning mocht blijven. En ze werd herenigd met haar dochter doordat zij een goede voogd trof die inzag dat er geen reden was om hen nog langer van elkaar te scheiden. Het was echter slechts van korte duur. Na 1,5 jaar dreigde ze opnieuw op straat te staan met haar dochter.
Weijsenfeld: “Overal waar mijn cliënte aanklopte hoorde ze een ander verhaal. Bij de opvang kon ze in die tijd niet terecht omdat ze zelfredzaam geacht werd. Terwijl zij op het punt stond om weer dakloos te worden, er dreigde ontruiming. De gemeente verstrekt in dit soort gevallen wel een urgentie aan gedupeerden. Maar zij werd niet erkend als gedupeerde en kreeg dus ook geen urgentie. De gemeente besloot haar op een wachtlijst te zetten voor daklozenopvang. Dit stond vervolgens weer in de weg van urgentie omdat ze hierdoor als ‘niet-zelfredzaam’ werd bestempeld. Ik ontmoette haar precies op dat moment. Ik maakte bezwaar tegen de afwijzing van urgentie. Ook maakte ik bezwaar tegen de afwijzing als gedupeerde en verzocht om herziening. Toen dit niks opleverde stelde ik de Belastingdienst in gebreke en werd er beter gekeken. Toen ze toch erkend werd als gedupeerde dacht ik dat het goed kwam. Maar de gemeente weigerde de urgentie daarna alsnog, omdat ze niet zelfredzaam zou zijn.”
Weijsenfeld vervolgt: “Het is gelukt om via een verzoek om voorlopige voorziening bij de rechtbank alsnog een urgentie toegekend te krijgen. Door doortastend optreden van de rechter kwam er een einde aan een jarenlang gevecht met instanties en een gang van de ene opvang naar de andere. Haar cliënte concludeert: “Zonder mijn advocate, was ik nooit uit de situatie geraakt en had ik de erkenning en urgentie niet gekregen. Ik ben haar daar tot op de dag van vandaag dankbaar voor”.
Zonder mijn advocate, was ik nooit uit de situatie geraakt en had ik de erkenning en urgentie niet gekregen.