‘Mijn overtuiging is dat de Raad ambitieus blijft om voortdurend te leren en ontwikkelen’
Onlangs nam Gert-Jan van der Vossen afscheid als lid van de Raad van Advies (RvA). Als bevlogen adviseur leverde hij een bijdrage aan het verbeteren van een goed functionerende rechtstaat. Wij spraken met hem over hoe hij terugkijkt op deze periode. Wat waren zijn ambities? En hoe pakte hij uitdagingen aan?
”Na twee termijnen zit het erop. Het was een interessante en uitdagende periode, waarbij ik mocht meekijken en adviseren over de algemene gang van zaken binnen de Raad. Ik ben dankbaar dat ik een bescheiden bijdrage mocht leveren”, aldus van der Vossen.
Sparringpartner
“Als sparringpartner adviseerde ik de directeur/bestuurder over het implementeren van de strategie, het bewaken van de kernwaarden van de Raad en ook over het verbeteren van de processen en ICT-systemen om doelstellingen te bereiken. Een enkele keer voorzagen wij het ministerie van advies.”
Verschuiving
“Daarnaast heeft de RvA op dit moment volgens de Wet een toezichthoudende rol”, aldus Van der Vossen. In de loop van de tijd ziet hij een verschuiving plaatsvinden: “Waar de Raad in het verleden ook (subsidie)verantwoordelijkheid droeg voor het Juridisch Loket is die sinds enige tijd bij het ministerie neergelegd. Aan de kant van financiën en bedrijfsvoering neemt het ministerie ook meer nadrukkelijk zijn verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd vraagt de effectiviteit van het stelsel en de maatschappelijke impact meer aandacht. Daarom verandert de RvA-rol steeds meer naar het adviseren over maatschappelijk/strategische vraagstukken en dilemma’s. Waarbij het enorm belangrijk is de buitenwereld naar binnen te halen. Hoe kan de Raad steeds verder innoveren en meebewegen in de maatschappelijke context en ontwikkelingen die er spelen in het rechtsstelsel?”
Effectieve governance en sturing zijn een onmisbare voorwaarde voor een goed functionerende organisatie.
In de breedte
De afgelopen jaren beet Van der Vossen zich in diverse thema’s vast: “Al jaren werkt de Raad met een beperkt budget. Op het gebied van IT en digitalisering lopen we daarmee enorme risico’s. Dat geldt ook voor de vergoedingen voor sociale advocaten: onvrede bij advocaten over hun vergoeding kan ertoe leiden dat het beroep minder aantrekkelijk wordt. We praatten veel over hoe de Raad hier mee moest omgaan. We dachten na over de optimale organisatie van de rechtsbijstand in de breedte. Want uiteindelijk gaat het erom dat er voldoende en toegankelijke rechtshulp beschikbaar is voor iedereen die daar behoefte aan heeft, ongeacht hun sociaaleconomische status.”
Leren en ontwikkelen
Al met al blikt Van der Vossen terug met een tevreden gevoel: “Ik kijk terug op een fijne samenwerking met andere RvA-leden en met de directeur. Waarbij we elkaar respecteerden, de ruimte gaven en onze eigen expertise en ervaringen meebrachten. Mijn overtuiging is dat de RvA ambitieus blijft om voortdurend te leren en ontwikkelen.”